Evaluatie Devedev
Up ] Spiegelbezoek ] Verbeelding ] Hemel/lichamen: fort ] Hemel/Lichamen: bouwput ] Overig ] [ Evaluatie Devedev ] Sponsors ]
 

Narcissus meets Orpheus

HEMEL / LICHAMEN
tentoonstelling beeldende kunst Fort Ellewoutsdijk en bouwplaats Westerscheldetunnel
concept en organisatie Trechter 5/VhDVV
Festival van Zuid-Beveland (Zeeland Nazomerfestivals)
3 - 4 - 5 september 1999

Iemand vertelde mij niet zo lang geleden dat Pythagoras op een dag een spiegel met tekst naar de maan richtte. Welke tekst hij op de spiegel geschreven had en waarvoor de projectie bedoeld was, wist mijn kennis niet. Of het verhaal waar gebeurd is, ook niet. Dat interesseert mij overigens niet erg. Ik vond het vooral grappig dat de Griekse wiskundige/filosoof/mysticus ongeveer vijfhonderd jaar voor Christus op het idee gekomen was om een spiegel te richten op de maan. Ook omdat de maan voor ons de spiegel van de zon is, natuurlijk.

De tentoonstelling Vliegende Mannen (1998, FLYakf), van dezelfde samenstellers als nu de tentoonstelling in Ellewoutsdijk, ging over manieren waarop mensen de werkelijkheid naar hun hand zetten. Hoe dromen, visioenen, hallucinaties en virtualiteit het voertuig daarvoor zijn. De woorden van Daedalus aan zijn zoon Icarus waren als motto aan de tentoonstelling meegegeven: 'Laat Minos te land en op zee mij de weg versperren, dan blijft nog de vrije lucht.' In deze tentoonstelling lag de nadruk op videokunst; het vluchtige karakter van dit medium maakte deel uit van het tentoonstellingsconcept. Een van de werken, Surface van Toni Thijssen, betrof een tweetal ogenschijnlijke spiegels, opgehangen in de toilet- en wasruimte van de fabriek waarin de tentoonstelling plaatsvond. In deze spiegels zag de toeschouwer niet zichzelf, maar video-opnamen van mensen die het spiegelbeeld van hun gezicht bekeken en zichzelf in de ogen keken.

Dat werk, deze dubbele, gespiegelde botsing, kan gezien worden als de schakel naar de expositie Hemel/Lichamen. Opnieuw is het zoeken naar een andere werkelijkheid aan de orde, maar nu is dit naar binnen gericht, als een reis door het lichaam. De tentoonstelling plaatst werken bij elkaar die op uiteenlopende wijze gedachten over de mens en zijn relatie tot de door hem waargenomen werkelijkheid aan de orde stellen.

De passage uit Spiegelbezoek van Leo Vroman die als motto aan de tentoonstelling is meegegeven, voegt hier het aspect aan toe van contact met voorouders en nakomelingen en daarmee het aspect tijd. De dichter en zijn vrouw Tineke zien hun plaats ingenomen worden door sauriërs, een mannetje en een wijfje. Het stel maakt een ontbijt in de keuken, kijkt televisie, het wijfje voltooit een brief waaraan Tineke begonnen was en tenslotte gebruiken ze het bed. Ze verdwijnen na ongeveer een etmaal even geruisloos als ze gekomen zijn, maar enkele sporen blijven achter. De beide paren zijn voor altijd met elkaar verbonden. De dichter heeft een verklaring voor het gebeurde. Zeventig miljoen lichtjaren van ons vandaan was een ruimtespiegel opgericht om te zien hoe wij honderd veertig miljoen jaren geleden waren.

De musicus Brian Eno is bezig met een klok die tienduizend jaar moet lopen en elk jaar koekoek roepen. Dat vergt onderhoud en dus communicatie met mensen die nog leven als wij al dood zijn. In interviews sprak hij met aanstekelijk enthousiasme over iets dergelijks dat in het verleden had plaatsgevonden. Toen het dak van Oxford University vervangen moest worden, brak het bestuur zich het hoofd over hoe het benodigde eikenhout hiervoor verkregen kon worden. Een van hen ging een lichtje op en hij telefoneerde met de opperhoutvester. Die had zijn telefoontje al eerder verwacht. Vijfhonderd jaar geleden was met vooruitziende blik genoeg jong hout aangeplant: er was rekening mee gehouden dat het hout omstreeks het jaar tweeduizend vervangen moest worden.

Deze gedachten zie ik in de tentoonstelling Hemel/Lichamen verbeeld. De beelden van Jens Pfeifer, stalen frames waarin met huid beklede (nagemaakte) onderdelen van dieren hangen, als bouwpakketten, zijn doder dan dood. Maar er is de suggestie dat ze tot leven kunnen komen. De geurinstallatie Lucy in the Sky with Diamonds probeert ons via de geur van seksuele lokstoffen terug te brengen bij Lucy, die lang onze oudst bekende voorouder was. De foto's - twee portretten uit een nalatenschap - die Henriëtte Rademakers tegenover elkaar zet, leggen eveneens een verbinding in de tijd. De beelden van Wies de Bles geven een verlangen naar onstoffelijkheid weer en het besef dat wij alle gedachten, gevoelens en verlangens die ons vervullen, aan de tijd verliezen.

Het lichaam komt voorts in al zijn sacrale en banale aspecten aan bod in de overige werken. In de openingsperformance van de tentoonstelling voeren twee mannelijke Samurai en twee vrouwelijke vrije dansers een op kata's geënte choreografie uit. De 3D foto's die Didier Volckaert ons in de intimiteit van viewmasters laat bekijken in een installatie met piratenattributen, tonen beelden van hemellichamen, staatslieden, vrouwelijke lichaamsdelen en stripfiguurtjes. In het werk van Klaar van der Lippe en Karin Keijzer komt het besef naar voren van de ongelijkheid van de strijd tegen de materie, in de vorm van een lijfelijk gevecht met een vrouwshoge berg witte rivierklei. In het videowerk On the either side of the Meridian zien we de zoektocht van Stansfield/Hooykaas naar visuele en auditieve overeenkomsten tussen lichaam en landschap.

De locatie van de tentoonstelling betreft een fort en een bouwput die op ongeveer anderhalve kilometer van elkaar liggen achter de dijk van de getijdenrivier de Westerschelde op Zuid-Beveland. Bij het fort is de vijand nooit gekomen. Wel werden er politieke gevangenen gegijzeld. In deze plaats ligt alles vast. Er is een strenge cellenstructuur. De bouwput is een plaats in een karrenspoorlandschap. Hier heerst chaotisch ogende orde. Langs de dijk verbindt een toon de uit elkaar gelegen delen van de tentoonstelling. Met één beeld verwijzen de makers van de tentoonstelling naar de overkant waarmee men in de toekomst permanent fysiek verbonden zal zijn. De film Getijdenkus van Gertjan Evenhuis.

Het lijkt of de makers van de tentoonstelling zoeken naar een manier van communiceren die door in elkaar overvloeien van zaken als instincten, intuïtie en telepathische vermogens van de mens enerzijds en fysiologische energiegeleidingstechnieken anderzijds tot stand zou kunnen komen. Het aloude zoeken naar verlossing. Icarus wilde naar de hemel reizen, maar verwijderde zich in feite verder van zijn doel. Het vliegtuig in de installatie van Marinus Boezem, een werk z.t. uit 1984, heeft een hamer op zijn staart. Narcissus probeerde door te dringen in een oneindig diep lijkende hemelse werkelijkheid en kon alleen een schijn-ontmoeting met zijn spiegelbeeld bereiken. Orpheus was - even - in staat de grens tussen de werkelijkheden van leven en dood te overschrijden. Als Orpheus en Narcissus elkaar in het Schimmenrijk zullen ontmoeten, wat lezen ze dan in elkaars ogen?

Yv Devedev, gastcurator
3 september 1999
vert. Anneke Hooymayer

info(at)stichtlicht.nl